Het kan voorkomen dat je op bepaalde momenten vastloopt in je leven en vervelende situaties zich blijven herhalen. Dat het allemaal niet zo lekker loopt zoals jij graag zou willen. Je komt steeds terecht daar waar je niet in terecht wilt komen.
Je relatie is niet stabiel
Op je werk zijn veel conflicten of je doet werk waar je geen voldoening van krijgt
Werk kost je meer energie dan het je oplevert
Contact met familie is verbroken of er zijn voortdurend conflicten
Veel zorgen over je eigen kinderen en hun gedrag
Je voelt je niet begrepen
Je voelt je buitengesloten
Trauma
Verslaving
Kort lontje
Je krijgt geen grip op bepaalde situaties
Weinig zelfvertrouwen
Je sluit iemand buiten (ouders, broers of zussen, ect, ect,…..)
Waar niet over gesproken mag worden (familiegeheimen)
Gevoel van grote verantwoordelijkheid
Angsten
Het altijd goed voor de ander willen doen
Je erkent niet waar je vandaan komt (familie)
Veel van deze problemen hebben een oorzaak en zijn vaak te herleiden uit het familiesysteem waar je vandaan komt. Er is een onbalans ontstaan binnen het systeem en dat kan voor onrust zorgen.
Binnen het systeem hoort iedereen erbij en niemand mag buitengesloten worden. Het komt er op neer dat alles binnen het systeem gezien en erkent moet worden. Gebeurt dit niet dan zorgt de wetmatigheid van ordening (welke plek neem ik in) binding (hoor ik erbij of niet) en balans (balans tussen geven en nemen, ouders geven en kinderen nemen) ervoor dat datgene wat nog gezien moet worden de aandacht krijgt. Zodra je de situatie of persoon echt kunt toelaten, zien en accepteren zal je lijf en gedachten rustiger worden.
Wie hoort er bij het systeem : Je gezin van herkomst (vader, moeder, broers, zussen, opa’s, oma’s, ooms, tantes, dus je gehele familie en alle generaties. Overleden kinderen, geaborteerde of verzwegen. Half broers en zussen van alle generaties. Vorige partners (voor)ouders. Daders (geweld, intimidatie) en slachtoffers (misbruik, oorlog). Verlies of pech bij een ander waar je zelf beter van bent geworden. Land van herkomst. Geheimen waar niet over gesproken mag worden (verzwegen kinderen, abortus, incest, geaardheid, zelfmoord). “Iedereen heeft zijn eigen plek binnen het systeem en mag deze volledig innemen”
Het lot : Het lot is datgene wat je heeft gemaakt tot wie je nu bent en welke last je met je meedraagt .Vaak kijken we de andere kant op en houden ons bezig met het lot van de ander. Hiermee nemen we geen verantwoordelijkheid voor ons eigen lot en leven.
Systemische opstelling : Door letterlijk je hulpvraag neer te zetten in een ruimte, dit kan met behulp van representanten of via plaats ankers (woorden op blaadjes) wordt de onbalans in je systeem zichtbaar. De dynamiek, daar waar de meeste aantrekkingskracht naar toe gaat, gaan we onderzoeken en mee werken. Vaak is het zien en accepteren dat het zo is al voldoende om het te veranderen. Het is aan jou de keuze hoe je hiermee omgaat. Het kan zijn dat het emotioneel nog te vroeg is om bepaalde situaties aan te kijken of te accepteren. Dan heeft het nog tijd nodig om je er volledig aan over te geven. Sluit je jezelf ervoor af en accepteer je niet wat er in je verleden is gebeurt dan zal het systeem zich blijven roeren. Onrust en fysieke klachten kunnen hiervan een gevolg zijn. Lukt het je niet om volledig de situatie te accepteren dan zal je probleem doorgegeven worden aan de volgende generatie.
Wat kan het je opleveren :
Inzichten
Gevoel van opluchting en berusting
Een gevoel van er weer bij horen
Dat je de last van de ander niet meer hoeft te dragen
“Ontken je waar je vandaan komt en wat er is gebeurt, dan zal het systeem nog harder aan je blijven trekken en je eraan herinneren dat je nog iets hebt aan te kijken”
Wat kan de impact zijn van systemisch werk / familieopstellingen?
Impact klinkt als een grote gebeurtenis in iemands leven. Een opstelling kan dusdanig iets in beweging zetten dat er daadwerkelijk sprake kan zijn van een grote verandering.
Wat ik waarneem tijdens een opstelling is alsof het lijkt dat boosheid plaats maakt voor zachtheid. Afwijzing overgaat in acceptatie. Eenzaamheid zich openstelt voor toenadering. Verkramping ruimte maakt voor openheid en kwetsbaarheid een goede vriend wordt met daadkracht. Het lijkt erop dat ik tijdens een opstelling de puurheid van mensen zie, de rauwe vorm zonder poespas!
-Wanneer een dochter ziet dat ze jarenlang het lot van haar moeder heeft gedragen valt er vaak een last van haar schouders .
-Wanneer een zoon ziet dat zijn vader niet méér heeft kunnen geven dan wat hij meende nodig te hebben kan hij stoppen met te hard te werken om gezien te worden.
-Wanneer slachtoffers zien dat daders ook mensen zijn en zo hun reden hebben gehad kan iemand zich weer veilig gaan voelen.
-Wanneer kinderen van gescheiden ouders zien dat de scheiding niet hun schuld was zijn ze vaak verlost van hun schuldgevoel.
-Wanneer iemand zijn of haar plek weer binnen het gezin inneemt, kan het leven weer volop stromen.
Mijn ervaring is dat mensen na een opstelling veel opener worden naar hun directe omgeving. Zich kwetsbaar durven opstellen en veel beter hun grenzen kunnen aangeven. Ze liefdevoller omgaan met ouders, broers en/of zussen en familie. Ze krachtiger in het leven staan en meer berusten in dat wat er is. Ze zijn niet meer zo op zoek naar antwoorden. Al deze kleine een grote veranderingen zorgen uiteindelijk voor meer bewustwording. Iedereen hoort erbij, dat is de kracht van systemisch werk.
Als Systemisch coach geef ik inzicht in de dynamiek van een familiesysteem. Ik zie welke impact een verstoorde familierelatie met zich mee kan brengen. Maar ik zie gelukkig ook wat het met mensen doet wanneer het systeem zich langzaam weer hersteld.
Systemisch werk maakt de realiteit zichtbaar. Niet alleen onze ervaring die wij de realiteit noemen, maar de realiteit die daaronder ligt.
Door je hulpvraag via een systemische opstelling letterlijk neer te zetten in een ruimte, wordt de onbalans in je systeem vaak helder zichtbaar. Het neerzetten van de (familie)opstelling gebeurt met behulp van representanten of via plaatsankers. Vaak is één opstelling al voldoende om weer vooruit te kunnen. Heb je een vraag, neem deze dan mee naar de familieopstelling. Heb je geen vraag of wil je eerst eens ervaren of dit wel bij je past, dan ben je ook van harte welkom. Je kunt dan als representant deelnemen aan een familieopstelling. Als representant ben je net zo waardevol als iemand die een vraag inbrengt. Door geen onderscheid te maken tussen de vraagsteller en representant, ontstaat er een meer natuurlijke flow gedurende de dag, waarbij er ruimte is voor meerdere vragen en voor dat wat zich spontaan aandient. Vaak is deelname aan de opstelling van een ander als een spiegel voor je eigen patronen en kom je daardoor ook tot inzichten voor jezelf.
Systemisch coachen is met name geschikt voor mensen die de voorkeur geven aan individueel werken in plaats van in een groep. Vooral mensen die erg getraumatiseerd zijn hebben veel behoefte aan veiligheid en aan één op één werk. Bij getraumatiseerde mensen is het belangrijk dat met hele kleine stappen wordt gewerkt. Zelfs opstellingen van andere deelnemers in een groep kunnen heftige reacties oproepen en daarmee her-traumatiserend werken. Het is zinvol om je af te vragen of je wel met trauma’s wil werken. Deze vorm van coaching leent zich overigens ook goed voor telefonische consulten. En ook bij andere vormen van coachen kan systemisch coachen een aanvulling zijn. In feite werkt het net zoals bij een systemisch interview; door het stellen van systemische vragen proberen we uit te komen bij de kern van het thema van de cliënt. Systemische vragen hebben altijd te maken met de aspecten binding, ordening en balans. Vaak geeft dat alleen al een heleboel inzicht. Is er meer duidelijkheid nodig, of lijkt het zinvol om nog proceswerk te doen, dan bieden de volgende vormen van één op één werken een goede mogelijkheid.
Een systeem is een verzameling van elementen die een onderling verband met elkaar hebben en elkaar ook dusdanig kunnen beïnvloeden. De werking van het systeem is niet te verklaren aan de hand van aanwezige elementen. Bijvoorbeeld een lichaam is een systeem dat bestaat uit vele elementen maar dat verklaart nog niet het leven in het lichaam. Systemen staan ook nooit op zich, maar maken altijd in meer of mindere mate deel uit van andere systemen.
Tot een familiesysteem behoren:
Ø De kinderen, ook miskramen, abortussen, en weggegeven of verzwegen kinderen
Ø De ouders met broers en zussen, ook die overleden zijn
Ø De vorige partners van de ouders
Ø De grootouders en alleen die broers of zussen van de grootouders die een speciaal lot dragen
Ø De vorige partners van de grootouders
Ø Soms ook de overgrootouders (we kunnen tot 5 generaties terugkijken)
Wie ook bij het systeem horen zijn:
Ø Personen wiens verlies van fortuin of leven voordeel heeft opgeleverd
Ø Slachtoffers van geweld, speciaal diegene die vermoord zijn
Ø Daders binnen onze familie slachtoffers hebben gemaakt
De werking van de gewetens zijn de belangrijkste bijdragen van Bert Hellinger aan het systemisch werk. Aan de inzichten die hij verkregen heeft uit jarenlange fenomenologische waarnemingen met betrekking tot het geweten ontlenen familieopstellingen hun diepe werking. Er bestaan verschillende gewetens; het persoonlijke geweten, het collectieve geweten en het spirituele geweten.
Ø Het ‘persoonlijke geweten’, is voelbaar
Ø Het ‘collectieve geweten’ is onzichtbaar is en niet te voelen haar werk doet
Ø Het ‘spirituele geweten’ overstijgt beide andere gewetens
Het persoonlijke geweten Het persoonlijke geweten waakt als een innerlijk zintuig over onze intermenselijke verbindingen en werkt als een soort van evenwichtszintuig. Dit zintuig laat ons instinctief twee toestanden waarnemen: hoor ik erbij of hoor ik er niet bij. Dat geldt in eerste instantie tegenover de familie, maar ook in andere systemen, zoals bijvoorbeeld in een vriendenkring, sportvereniging of religie. Dit geweten is dus systeem gebonden. We onderscheiden 3 aspecten van dit geweten: binding, ordening en balans.
§ Binding: erbij horen De binding regelt heel fijngevoelig onze behoefte om erbij te horen in de familie, in de relatie, het sociale en in de maatschappij. Doet een kind bijvoorbeeld iets dat in zijn familie als goed en zinvol wordt gezien, dan zal het zich goed en onschuldig voelen. Het voelt dat het erbij hoort en het heeft dan een goed geweten. Doet het iets wat zijn familie niet aanvaart, dan voelt het zich schuldig en hoort het er niet bij. Het riskeert uitsluiting en heeft daardoor een slecht geweten. De angst voor uitsluiting zit heel diep in ons. Iemand die in vroegere tijden werd uitgesloten riskeerde zijn leven. Een kind dat uitgesloten dreigt te worden ervaart doodangst. Hoe lager we in de hiërarchie zitten hoe sterker we ons gebonden voelen aan de groep. Hoe meer macht we binnen de groep hebben hoe losser ons geweten wordt, we lopen dan minder risico om buitengesloten te worden. De laagste in de hiërarchie zijn ook bereid om zichzelf op te offeren voor de hogeren in de hiërarchie, zelfs wanneer ze volledig misbruikt worden. Je kan denken aan kinderen in een gezin of soldaten en arbeiders in een bedrijf. Ook wanneer we een vroege dood niet kunnen verwerken omdat in onze families gevoelens niet worden geuit, heeft dat gevolgen. Door loyaal te zijn aan onze familie kunnen we met goed geweten, verstrikkingen of onbewuste identificaties veroorzaken. Het is belangrijk om te weten dat een goed of slecht geweten altijd in betrekking staat tot een referentiegroep. Het zegt niets over algemene principes van goed of kwaad.
§ Ordening: stellen van kaders
Ons persoonlijk geweten is altijd op zoek naar orde, sociale regels en voorspelbaarheid. Wanneer we weten waar we aan toe zijn, dan voelen we ons veilig. We hebben dus behoefte aan een kader. Veel verstoringen ontstaan tijdens de opvoeding. Er moeten dus grenzen komen en voorspelbaarheid zijn die een kader scheppen voor het kind. Kinderen zoeken die grens dan op. Daardoor vindt hun persoonlijk geweten een referentiekader. Dat wil zeggen dat ouders voor het kind voorspelbaar in hun toewijding en reacties moeten zijn. Zijn ouders wispelturig en onvoorspelbaar, dan wordt het moeilijk voor het kind. Het wordt nog moeilijker voor de kinderen wanneer er geen grenzen worden gesteld. Kinderen die alles mogen, kunnen geen referentiekader opbouwen. Ze kunnen hun veilige plek in de familie niet vinden. Wanneer de ouders geen grenzen stellen, leven de kinderen in een vacuüm. Omdat de tegenpool van een goed geweten nooit voelt, dus nooit het gevoel leert kennen dat bij een slecht geweten hoort, heeft het ook nooit een goed geweten. Beide polen hebben elkaar nodig.
§ Balans: geven en nemen
Er ontstaat in onszelf een schuldgevoel wanneer ons iets wordt gegeven. We voelen ons tegenover de ander (de gever) schuldig en hebben een slecht geweten. Daardoor trachten wij, door zelf iets terug te geven, de balans te herstellen. Dit is een ander schuldgevoel dan bij het bindingsgeweten. Deze schuld wordt als een plicht ervaren, en de onschuld als vrijheid van verplichting. Verstoringen ontstaan bijvoorbeeld omdat in onze maatschappij nog altijd geldt dat geven beter is dan nemen. Door deze houding zorgen wij ervoor dat de anderen zich schuldig voelen en een slecht geweten hebben tegenover ons. Op deze manier worden onze relaties zwaarbelast. Het is veel gezonder een evenwichtige verhouding te vinden en zo een rijke uitwisseling mogelijk te maken. Dit geven en nemen heeft ook een sociale functie; het maakt uitwisseling mogelijk en zorgt dat groepen bij elkaar blijven. De balans van geven en nemen in een familie is: ouder geven aan kinderen wat ze kunnen geven, de kinderen nemen wat ze krijgen. Kinderen hebben niet het recht om van de ouders iets te eisen. Ze moeten hun ouders nemen zoals ze zijn. Op hun beurt kunnen de kinderen later wanneer ze volwassen zijn, het vele wat ze hebben gekregen doorgeven aan hun eigen kinderen. Wanneer mensen geen kinderen hebben, kunnen ze hun liefde op een andere manier doorgeven.
Het collectieve geweten Een familie is niet alleen met een bloedband met elkaar verbonden, maar ook via het familiegeweten. Zelfs wanneer wij ver uit elkaar leven, niets van elkaars bestaan weten of willen weten, zijn we altijd diep met elkaar verbonden. Het familie of collectieve geweten is, in tegenstelling tot ons persoonlijk geweten, niet voelbaar. Het werkt in het verborgene en we kunnen alleen zijn uitwerkingen gadeslaan. Je kunt het vergelijken met radioactiviteit, het is niet merkbaar of voelbaar, maar de gevolgen zijn duidelijk waarneembaar. In families is het dit familiegeweten dat onverwerkte processen, of het buitensluiten van leden van het familiesysteem, in volgende generaties opnieuw aan de oppervlakte brengt. Voor zover ik weet is het familieopstellen de enige methode die deze verstrikkingen aan het licht kan brengen. In dit familie-of collectieve geweten is de ‘systemische orde’ opgeslagen. Maar ook alle verstoringen van deze orde blijven in het familiegeweten aanwezig, totdat ze bewust gemaakt worden en de familie terugkeert tot de harmonische orde. Zo dient alles wat de ene generatie achterlaat zich opnieuw aan in de volgende generatie. Met name kinderen worden dan door het collectieve geweten in dienst genomen. In tegenstelling tot het persoonlijke geweten, zorgt het collectieve geweten niet voor het individu maar voor het voortbestaan van de hele groep. De werking van het collectieve geweten en is archaïsch (tijdloos). Het houdt geen rekening met ideeën over goed of kwaad, meningen of mode. Alleen de evolutie van het collectief is van belang. Je kan deze werking, deze binding zien als een natuurverschijnsel, een natuurwet. Ook het collectieve geweten onderscheidt de drie aspecten binding, ordening en balans.
Binding:
§ Binding uit zich in het collectieve geweten als een gelijkwaardig recht van ieder lid om erbij te horen. Terwijl het persoonlijke geweten zorgt voor de binding en het erbij horen van het individu, zorgt het collectieve geweten ervoor dat iedereen die erbij hoort ook zeker zijn plaats in het systeem heeft. Het wil dus de groep of het collectief bijeenhouden. Verstoringen ontstaan wanneer in een familie iemand verstoten wordt, dan zorgt het collectieve geweten ervoor dat in de volgende generaties een onschuldig lid dit moet manifesteren tot de verstotene zij of haar rechtmatige plek terugkrijgt. Dat wil zeggen dat een later lid van het collectief diegene die werd buitengesloten opnieuw moet vertegenwoordigen. Werd in een familie iemand uitgesloten omdat hij crimineel was of iemand seksueel misbruikt heeft, dan zorgt het collectieve geweten ervoor dat in een volgende generatie onschuldige leden dit opnieuw manifesteren tot de uitgestotenen hun plaats krijgen. Dat verduidelijkt dat het persoonlijke en collectieve geweten soms in tegenspraak zijn met elkaar. Terwijl het persoonlijke geweten van ons verlangt om een dader uit de familie te verbannen en uit te sluiten, zorgt het collectieve geweten ervoor dat hij recht heeft op zijn plaats.
Ordening:
§ Deze orde is in het collectieve geweten een orde in tijd. Wie er eerst bij kwam, heeft meer rechten dan wie er later bij komt. Je hebt dus niet het recht om iets van je voorouders te dragen, want zij waren er eerst en hebben het exclusieve recht op hun lot. Een persoon die later in het collectief komt, en onbewust het zware lot draagt van iemand die vroeger in het collectief leefde, verstoort deze ordening. Iedereen draagt dus zijn eigen lot. De volgorde in de familie is chronologisch. Wie het eerst komt, staat op de eerste plek. Zo komt de grootvader voor de vader, het eerste kind voor het tweede en ook: de eerste liefdespartner komt voor de tweede partner. De volgorde tussen systemen is: Het nieuwe heeft voorrang op het oude. Zo is de relatie van de partners belangrijker dan de relatie met de familie van herkomst. Hebben mensen na een echtscheiding een nieuwe relatie dan is die belangrijker dan de oude. De volgorde tussen ouders wordt gedefinieerd door de functie die ze hebben: diegene die zorgt voor de veiligheid van de familie ten opzichte van de buitenwereld komt op de eerste plaats. De ouder die de zorg en veiligheid binnen de familie verzorgt komt op de tweede plaats. Dit houdt in dat die ouder die op de eerste plaats staat de ouder dient die op de tweede plek staat.
Balans:
§ Het collectieve geweten eist in deze balans in de vorm van compensatie, gelijkmaking en overeenkomstigheid binnen het collectief of de familie. Bij het persoonlijke geweten probeert het evenwicht binnen het collectief, de familie te vinden. Dat wil zeggen: al het onverwerkte dient zich in de volgorde generatie opnieuw aan. Bijvoorbeeld wanneer een familielid zijn eigen schuld niet zelf draagt gaat iemand van een latere generatie dat voor hem doen.
Het spiritueel geweten Het spiritueel geweten kan gezien worden als die laag waarin geen polariteiten meer bestaan. Er is geen goed of kwaad. Niets of niemand is buitengesloten, maar alles en iedereen maakt deel uit van de eenheid. In de laatste inzichten maakt Bert Hellinger een onderscheid tussen de ‘beweging van de ziel’ en ‘Bewegung des Geistes’ (bewegingen van de Spirit- vrije vertaling). De beweging van de ziel is begrensd. Ze hebben meestal betrekking op onze familie en wat er zich binnen die familie afspeelt. De ziel heeft ook meer te maken met gevoelens. De ziel kan gezien worden als een kracht die iets bijeenhoudt. Dat kan dus een familie zijn, maar ook het lichaam, een plant of steen. In die zin kent de ziel dus grenzen. De ‘Bewegung des Geistes’ speelt zich af op een hogere laag en geen begrenzingen. Op dit niveau is iedereen gelijk. Deze bewegingen hebben ook niet met gevoel te maken, ze stijgen boven het gevoel uit. Je zou dit misschien wel ‘meta- opstellingen’ kunnen noemen.
Het fenomenologisch waarnemen is de basishouding voor het systemisch werk. De fenomenologie is een stroming in de filosofie die uitgaat van de directe en intuïtieve ervaring van fenomenen (verschijnselen).
De fenomenologie tracht betrouwbare en valide kennis te verzamelen, niet vanuit een neutraal observerend standpunt, maar vanuit een participerend standpunt waarbij de onderzoeker zichzelf openstelt voor datgene wat zich aan hem ontvouwt. De relatie tot datgene wat hij wil bestuderen of begrijpen, is eerder een relatie van deelnemer dan van een waarnemer en van medestander dan observator. De fenomenologie wil ‘de dingen voor zichzelf laten spreken’ en richt ze zich dus op het ‘wezen’ van de waarneming. De verbondenheid tussen het bewustzijn en hetgeen waarvan we bewust zijn (de wereld) staat centraal. Dit combineert de fenomenoloog met het tussen haakjes zetten van alle filosofische doctrines van het verleden. Men dient het object onbevooroordeeld en zuiver te benaderen.
De fenomenologische methode richt zich niet op concrete dingen en hun samenhang, maar wil doordringen tot het wezen en de betekenis van de dingen, door middel van geestelijke en intuïtieve beschouwing. Voor het systemisch werken houdt dat in dat we ons blootstellen aan het systeem van de cliënt zonder dat we een bedoeling hebben. We nemen alleen waar. Plotseling komt er iets aan het licht en toont zich iets dat voorheen niet zichtbaar was. Deze waarheid, die zich slechts in het moment laat zien en daarna weer verdwijnt, werkt op haar eigen manier en iedere poging om het vast te houden doet haar werking teniet. Wanneer we deze waarheid precies zo laten zoals het zich toont, zal ze doorwerken in de ziel, zonder dat wij dat hoeven te begrijpen.
